“Wel met je handen aankomen!”, over het belang van aanraken

Kleien met modder, schilderen met je handen, kneden met deeg, kledderen met behangselplaksel. Veel ouders zijn er niet echt dol op, omdat hun kroost, hun huis en met een beetje pech zijzelf er vies van worden…

Toch is het belangrijk om kinderen de ruimte te geven: kinderen moeten experimenteren.

Van jongs af aan zijn baby’s al heel erg bezig met de zintuiglijke ontwikkeling. Ze ontdekken de wereld door te proeven, kijken, luisteren, ruiken en te voelen. Maar ook oudere kinderen onderzoeken door hun zintuigen te gebruiken; iets wat we (helaas) vaak vergeten.

Proeven doe je met je tong, kijken met je ogen, luisteren met je oren en ruiken met je neus. De tastzin is een prachtig orgaan! Volwassenen kunnen meestal precies aangeven waar ze iets voelen, voor kleine kinderen is dit soms nog heel moeilijk. Tegen de tijd dat kinderen zeven zijn, kunnen ze materie ook voelen via een voorwerp; als ze met een stok in het zand prikken voelt dat anders dan als ze ermee in de modder prikken. Door het ontwikkelen van de tastzin leren kinderen ook hoe ze minder snel vallen.

Wat kun je zelf doen om het voelen te stimuleren? Bied vooral veel materialen aan waarbij kinderen met hun handen bezig zijn: zand, water, kinetic zand (ook wel kleefzand), klei, brooddeeg (ja, ja, oude tijden herleven), verf, behangerslijm etc.

Leef je helemaal uit, want voelen mag niet alleen, voelen moet!

Dit is een van de redenen dat we bij SKSG de zintuiglijke ontwikkeling vaak en veel stimuleren.